Morele leiders (bis)

Het goede voorbeeld geven. Het lijkt zo simpel, maar dat blijkt het in de praktijk niet altijd te zijn. Te vaak ontmoet ik bestuurders die verbaasd opkijken wanneer ze gevraagd wordt of ze zelf voldoen aan de richtlijnen die ze over hun personeel uitstrooien. NRC had afgelopen weekend een artikel over moreel leiderschap waarin de boodschap nog maar eens ingepeperd werd: ‘Een moreel leider die het een zegt en het ander doet, valt door de mand’.

Zien mensen aan jou dat wat je zegt ook is wat je denkt – en wat je doet?

Dagblad Trouw interviewde Kitty Nooy, tot verleden jaar verantwoordelijk voor integriteitskwesties bij het Openbaar Ministerie: ‘Er is een grote behoefte aan ethisch leiderschap in de hele publieke sector.’ Helaas, meldt ze, ‘de aandacht ging vooral naar de inhoud en naar productie. Maar met alleen de ‘harde kant’, met de ratio, kom je er niet. Het gaat ook om houding en gedrag.’ Nooy heeft ook nog een advies: ‘Achteraf denk ik: had ik al dat routineuze vergaderen over lange rapporten er maar uitgesmeten en meer aandacht besteed aan die ogenschijnlijk kleine dilemma’s. En dan niet aan het eind van de weekvergadering vragen: ‘Heeft iemand nog iets wat integriteit betreft?’, maar serieus praten ook over de zaken waarmee je zelf worstelt. Die zijn er zat.’

Die zijn er zeker zat. Het is niet makkelijk om het goede te doen, het is iets makkelijker om met elkaar te spreken over wat het goede is. Zullen we daar dan mee beginnen in organisaties? Zet het maar op de agenda voor de volgende vergadering: wat is de betekenis van onze organisatie en welke morele afwegingen komen daaruit voort? Nog best een pittig begin, maar altijd de moeite waard. En jij bent een pittige leider, toch?

Moreel leiderschap.
Jezelf op het matje roepen en bevragen of je keuzes voortkomen uit je essentie.

Revolutie! Nu!

In de media aandacht voor de ‘herontdekking van het straatprotest’ (onder andere de Volkskrant schreef erover). Er zijn klimaatmarsen, onderwijsstakingen en pensioenprotesten. Hoe komt het dat ‘we’, na een periode waarin het Malieveld er kaal bij lag, nu weer massaal de straat op gaan om verandering te eisen? Volgens een historicus komt het door de economie: ‘De actiebereidheid neemt toe als de economie beter gaat’. Volgens een ander doordat mensen zich niet vertegenwoordigd voelen en het straatprotest als uitlaatklep gebruiken. Ik denk dat ze allebei deels gelijk hebben.

Zelf zou ik ook graag de tijdgeest zelf als oorzaak willen meegeven. Er zijn perioden dat verandering gewoon meer kans krijgt. Zoals nu. Omdat er de afgelopen jaren steeds meer vast liep in de samenleving, in de politiek, in bedrijven. Er komt dan altijd een omslagpunt. We krijgen simpelweg genoeg van onze eigen dagelijkse frustraties. Het werkt al een tijdje niet meer zoals het altijd werkte. En de kop in het zand blijven steken is in toenemende mate een dure keuze. Het personeel, de burger, de mens raakt ervan in een burn out. Klanten en kiezers lopen weg. Het middenveld valt uit elkaar. Maar: als de frustratie het hoogst is, is de verandering nabij.

Ik zie het niet alleen aan het aantal demonstraties buiten op straat, maar ook binnen, bij organisaties. De veranderbehoefte is groot en de weerstand om zaken anders te pakken neemt sterk af. Als zaken laten zoals ze zijn meer problemen oplevert dan nieuwe dingen uitproberen, dan ontstaan er openingen.

In de Seizoenen van de Tijdgeest, dat in 2009 uitkwam, beschreef ik al de stilstand en voorspelde dat er vanzelf weer een periode van verandering zou komen. Het begint dan altijd met een kleine voorhoede, die fanatiek begint te prikken in bestaande systemen. In eerste instantie worden de pioniers weggelachen, weggeschreeuwd, weggejaagd. Maar uiteindelijk krijgt hun protest weerklank, eerst in kleine kring, daarna voorzichtig in de media, vervolgens breed in het land. Die tijdgeest, waarin vooral radicale enkelingen en kleine groeperingen bestaande taboes doorbreken, die noem ik de lentetijdgeest.

De voorbeelden eruit heb je de afgelopen jaren gezien. Van kick out Zwarte Piet tot #metoo, #blacklivesmatter en genderactivisten. Of, in management speak: het zelfsturende scrumteam.

Nu komen we aan de tijdgeest toe die je als ‘zomers’ kunt omschrijven. Groeien en bloeien, dat zijn de kenmerken van een zomer. Een paar jaar lang staken overal de nieuwe ideeën hun kopje boven het maaiveld uit. Er werd veel gedebatteerd, geruzied, uitgeprobeerd, getest. Nu heeft de roep om verandering de massa bereikt. Niet alleen de voorhoede eist doorbraken, ook de bredere middengroepen komen in actie. Tijd voor werkelijke verandering! Nu is er de behoefte om de beste nieuwe of hernieuwde ideeën breed te implementeren. Zodat die verder groeien, de samenleving in. Het bedrijfsleven in. Ons collectieve gedachtegoed in. Zo rond 1972 draaiden die ideeën  bijvoorbeeld rondom ‘democratisering’ en rond 1994 was ‘liberalisering’ het toverwoord. Nu zet ik mijn kaarten op vergroening, vermaatschappelijking (van vermarkting naar purpose) en zingeving.

Over een jaar of tien kunnen we dan weer op de rem gaan staan, zoals we ook tijdens de jaren 80 en de jaren nul deden. Maar dat is misschien al te zeer vooruitkijken. Vooralsnog is het zaak om als mens, als organisatie en als overheid, na te denken over de punten waarop verandering het meest noodzakelijk is, en hoe je daar, vanuit je eigen unieke identiteit, mee om wenst te gaan. Waar binnen jouw organisatie het nieuwe op wil, mag en kan bloeien. Wanneer je daar wat hulp bij nodig hebt, hoor ik het graag. En een lezing over die seizoenen van de tijdgeest, dat kan natuurlijk ook altijd.

Tom Kniesmeijer toekomstpsycholoog over de toekomst.

Wie is wij?

Het was de afsluitende vraag van de jongste TrendRede. Wie is wij? Ik kom hem sindsdien steeds vaker tegen, in verschillende vormen. In een interessant interview met Trouw vertelt Jan Latten, tot voor kort hoofddemograaf bij het CBS, over bevolkingsgroei, maar vooral over het ongemiddelde individu. Ook alweer zo’n term die in de laatste TrendRedes terug te vinden is: er zijn geen gemiddelden meer. Door alle data, door alle individuele ontplooiing is iedereen ongemiddeld geworden. Dat is een mooie maar ook gevaarlijke ontwikkeling. Als we allemaal ons eigen subgroepje vormen, wie is dan wij? Wat is de gezamenlijke kern, de lijn die alle eilandjes in het moderne Nederland verbindt? Zijn we nog bereid om die op te zoeken en te versterken of trekken we alleen een lijntje tussen onszelf en de mensen die op ons lijken? Wie is wij. Het is de meest belangrijke vraag voor de komende jaren.

tom kniesmeijer ton tijdgeest trends

Zorghart en Stuurhoofd

Goed dat de Volkskrant dit weekend ruim aandacht gaf aan de manager in de zorg. Ze staan ondertussen voor het grote kwaad – en in sommige gevallen was dat terecht. Maar de zorg is een paar jaar geleden al aan een stille revolutie begonnen. Ik zie dat in de praktijk, bij klanten. De buitenwereld klaagt nog over ‘al die managers’, maar je moet ze ondertussen met een lantaarntje zoeken. “We zijn natuurlijk zo lean als de neten”, meldt middlemanager Hanny Veenhuis. Ze stuurt in haar eentje 2000 (!) zorgverleners aan. Alle complimenten voor Hanny en de ook in het artikel voorkomende Gaby. Zij stelt: “De verzorging wil ondersteuning en mijn taak als manager is om naar ze te luisteren. Zo simpel is het.” Ja. In de praktijk blijkt de revolutie richting zelfsturende teams weerbarstig. Het is hard werken voor de paar overblijvende middlemanagers, die de losse eindjes bij elkaar proberen te houden. Vaak vraag ik het directies: “En? Hebben jullie die teams gevraagd waar en wat ze zelf willen sturen?” Verbaasde blikken zijn steevast mijn deel. Meestal blijkt de ‘professionele ruimte’ een strategie die top-down wordt uitgerold. Van boven af opgelegde zelfsturing: een stuurhoofd. Dat het een paradoxale veranderopdracht is, dat is nog niet overal doorgedrongen. Het gevolg: frustratie. “Het systeem is nergens veranderd, alleen moeten we het nu allemaal maar zelf uitzoeken.” Zelfsturing betekent soms jezelf laten sturen. En dat geldt voor elk niveau. Als vanzelfsprekend aannemen dat een organisatie zonder managers kan, kan even desastreus uitpakken als de aanname dat mensen niet effectief werken zonder sturing. Mensen maken de kwaliteit, vormen het Hart van de Zorg, laat ze dan zelf nadenken over hoe ze tot die kwaliteit kunnen komen – en waar ze zelf sturing prettig vinden. Iets om over na te denken, aan de hand van dit artikel.

Het individu versus het systeem

Hij is een hit op de sociale media: verpleegkundige Thijs Fransen. Logisch. Hij is niet alleen een sprekend voorbeeld van de tijdgeest, maar daarbij ook een held. De situatie: Een man, die bij hem in het ziekenhuis lag, wilde nog graag een laatste bezoek brengen aan zijn terminaal zieke vrouw in een hospice, maar zijn zorgverzekeraar wilde het ambulanceritje niet vergoeden.

Daar zie je direct het brandende thema van deze tijd in terug: het individu versus het systeem. En: de menselijke maat tegenover de kille efficiency. Systeempijn! Dat Thijs een held is, daar ben ik het mee eens: hij kiest voor zijn betekenis als mens, als professional, belt de zorgverzekeraar – en als die weigert te betalen voor de rit gaat hij naar zijn leidinggevende en zorgt er zo voor dat de man alsnog afscheid kan nemen van zijn vrouw. Denk je eens in dat dat niet gelukt was.. Thijs bewijst dat het individu de bouwsteen van de samenleving van de toekomst is (zie de TrendRede). Onze systemen moeten daar nog aan wennen.

Alleen wil ik niet alle blaam bij de zorgverzekeraar leggen. Daar werken vast ook individuen die het bericht in het AD met tranen in de ogen hebben gelezen. Zij zitten even vast in het eigen systeem als  de arme oude man, die de rit niet zelf kon betalen. Ze zijn alleen niet zo dapper om uit de interne verantwoordingscultuur te breken.

Daarom ook hebben we zo’n enorme behoefte aan mensen als Thijs. Ze tonen ons waar de openingen liggen. We kunnen daar vervolgens als samenleving iets aan doen. Niet door alle schuld bij  Zilveren Kruis te leggen, wel door ze kritisch te blijven bevragen. Is dit werkelijk de betekenis die jullie als organisatie willen hebben binnen de samenleving? We zoeken naar een nieuwe menselijke maat in de zorg. De Thijsen van deze wereld laten ons zien hoe die eruit kan zien.

Zachte leider, harde resultaten

Een mooi interview met CEO Wouter Torfs, van het Belgische schoenenlabel Torfs, in de Knack. “Wat is er mis met wat zachtheid in het bedrijfsleven te brengen?” Een goede vraag. Niks. Zeker niet wanneer je, zoals hij, het bedrijfsresultaat er mee verdertienvoudigt. Waarom de harde CEO uithangen als jezelf zijn meer oplevert? Het is een vraag waarover veel bedrijven nadenken. Soms vanuit interne overwegingen, soms omdat consumenten erom vragen. Onderzoek geeft het al aan: bedrijven die denken in zingeving en hun rol binnen de samenleving groeien harder – en meer continu. Wat is jouw betekenis binnen het grotere geheel? Denk je er wel eens over na? Zingevingsfitness, dat zouden meer organisaties moeten doen.

 

Over de muur

Consumenten verwachten steeds meer van merken en de bedrijven daarachter. Ook als organisatie ben je onderdeel van het grotere geheel. Ben je een belangrijke factor binnen de samenleving. Ik schreef al eens over de toenemende weerzin tegen bedrijven als Starbucks, die wel winst ophalen uit landen, maar belastingen op grote schaal ontduiken, zodat ze nergens echt bijdragen aan een samen-leving. Aan de positieve kant blijken bedrijven die zich maatschappelijk verankeren sneller en meer continue te groeien dan bedrijven die dat niet doen. De tijdgeest vraagt om betrokkenheid. De consument wil durven vertrouwen op organisaties en is juist daarom kritisch. Hij zoekt naar werkelijke betekenis, vanuit product én verbinding met de maatschappij. De Superbowl van 2017 maakt nog eens stevig duidelijk dat veel bedrijven dat ondertussen wel snappen. Ze kijken voorbij de muren van het eigen bedrijf – naar de wereld – en vertellen wat ze zien. Dat noemen we identiteit. Er waren nogal wat merken die zich uitspraken. Audi over vrouwenrechten, Budweiser over immigratie, net als het voorbeeld hieronder, dat wel het meest scherp op de actualiteit zat: 84Lumber, een bouwbedrijf. Mooi. Klik op het screenshot en zie de volledige film.

Ook leuk: zelf deze post schrijven en dan dit artikel in The Guardian lezen.

Betekenisrevolutie in de Marketing..?

Adformatie (vakblad voor marketingcommunicatie) vroeg om een essay over de staat van het communicatievak. Tijdens lezingen spreek ik over de BETEKENISREVOLUTIE die gaande is. Wat houdt die in voor merken, marketeers en reclamemensen? Waarom zien we nog zo weinig vooruitstrevende, vanuit identiteit voortgekomen communicatie? Lees het hier.