Verwarring, onrecht, afscheid. En vooral woede. Woorden die gebruikt worden om 2016 te omschrijven. Er kwam nogal wat boze energie vrij, in 2016. Niet zo gek dus dat ze ook de toon aangeven van de mooiste en meest relevante muziek die ik dit jaar hoorde. Het mooie van muziek is dat het zo één op één de tijdgeest duidt. Kijk naar de hitparade en zie de trends, zeg ik altijd. Muziek kanaliseert primaire emoties. Zoals we vroeger naar een priester of imam luisterden, zetten we nu Bowie of Beyoncé op. De beste muziek van 2016 begint met pijn en woede. Maar woede is nooit een eindstadium. De muzikale helden van 2016 zetten hun woede om in iets mooiers, iets diepers: levenskracht. Ze gaan door hun pijn heen en komen er aan de andere kant gelouterd uit. Ze maken kunst van menselijke emoties. Als 2016 het jaar van de woede was, dan wordt 2017 het jaar van de loutering. De mooiste vijf albums van het jaar dragen het al in zich, elk op een eigen manier. Een absolute favoriet kiezen is ondoenlijk. Deze vijf raakten mij het meest.
Lemonade.
“You can taste the dishonesty/It’s all over your breath” Het zijn de eerste woorden die Beyoncé zingt op Lemonade. Als ze even later in Don’t Hurt Yourself (mijn favoriet) met overslaande stem “Who the fuck do you think I am?” zingt, weet je in welke hoek Jay Z gekropen moet zijn toen hij dit nummer voor het eerst hoorde. Ik kreeg er in ieder geval kippenvel van. Hier staat een boze vrouw. Een bedrogen vrouw. Een zwarte vrouw. Een trotse, sterke vrouw. Of we even willen luisteren naar wat ze op haar lever heeft. Graag! Deze plaat is muzikaal zo veelzijdig dat hij verslavend werkt. Maar vooral in de teksten gaat Beyoncé diep, dit keer. De woede en het verdriet om het bedrog, het terugslaan en uiteindelijk de verzoening en de loutering, het komt allemaal voorbij. Door het hele album heen echoot daarnaast de Black Lives Matter roep. “Freedom, freedom, where are you, ‘cause I need freedom too!” Afsluiter Formation is het meest pregnante politieke nummer, door zijn intrigerende en vervreemdende beats. Beyoncé wrijft Amerika de boodschap bovendien in haar show tijdens Het Feest Der Amerikaanse Feesten (de Super Bowl) nog even stevig in, door met haar danseressen een grote X te vormen. Als onze Sylvana er even doorheen zit, zet ze ongetwijfeld deze plaat op. Aan het einde veer je als vanzelf op. Er is onrecht. Er is leed. Maar je gaat dóór. “Cause a winner don’t quit on themselves”. Werk aan de winkel. Met Beyoncé als inspiratiebron komt het vast goed.
Blackstar.
David Bowie speelt een belangrijke rol in de roman die ik schrijf. Bowie is sowieso de held in mijn muzikale geschiedenis. Zijn allerlaatste stelt geen seconde teleur. Blackstar is zonder meer het meest schokkende album van het jaar. Niet alleen door zijn timing (een paar dagen voor zijn dood): meer experimentele pop is er nauwelijks gemaakt. Verwarring, afscheid, berusting en loutering, je hoort het door alle nummers heen. “Look up here, man, I’m in danger, I’ve got nothing left to lose”. Ach, het verhaal is wel bekend.
Hoop had Bowie duidelijk niet meer. Maar wel levenskracht, nog zoveel levenskracht. Hij moet even twee keer snuiven, aan het begin van ‘Tis a Pity She Was a Whore, maar dan snelt de muziek ook alle kanten op. Het leven kan tegenzitten, het leven kan eindigen. Dan moet je afscheid nemen. Die boodschap relativeert toch alle woede over kleinigheden die we in Nederland op elkaar loslaten? Van je eigen afscheid van het leven een kunstwerk maken dat niet alleen ontroert, maar ook verrast en inspireert, dat is meer dan een prestatie. Het is een statement waar niemand omheen kan. De lat lag hoog na 50 jaar vernieuwing (ach.. Low, ach.. Scary Monsters, ach.. Earthling, ach..), maar Bowie duikt er nog een laatste keer gracieus overheen. Een nog nieuwere Bowie zal er niet meer komen. Maar met deze plaat kan ik nog wel even vooruit. Steeds opnieuw stel ik mezelf de vraag, na het luisteren: en welk experiment ga jij aan, Tom? Dat boek, dat gaat er komen. Met dank aan Bowie.
A Seat at the Table.
Solange was de verrassing van het jaar. Zwoele woede. Die omschrijving kwam als eerste in me op. Luisteren naar A Seat at the Table is een louterende ervaring, en volgens mij is het dat voor haarzelf ook geweest. “Why you always gotta be so mad?” Het is een vraag die ze vaak naar haar hoofd heeft gekregen, als zwarte vrouw die niet haar mond houdt wanneer ze tegen alledaags racisme aan loopt. Ze zit ermee, met die woede. “You got the right to be mad,” zingt ze in Mad. “But when you carry it alone you find it only getting in the way.” Hoe groei je over je woede heen, als hij dagelijks gevoed wordt? Hoe zet je hem om in kracht, in optimisme?
“I ran my credit card up, thought a new dress make it better. I tried to work it away, But that just made me even sadder. I tried to keep myself busy, I ran around circles, think I made myself dizzy. I slept it away, I sexed it away, I read it away. I tried to let go my lover. Thought if I was alone then maybe I could recover. To write it away or cry it away.” Waar zus Beyoncé haar boosheid niet onder stoelen of banken stopt en hem helemaal uitraast, gaat Solange van het begin af aan voor de loutering. Die kwam niet vanzelf, dat blijkt. Maar ondertussen lukt het Solange om de eindeloze witte verdedigingsmechanismen en onbedoeld racistisch gedrag gracieus te pareren. Ze trekt wel een grens: Don’t Touch My Hair:
“They don’t understand/What it means to me/Where we chose to go/Where we’ve been to know. You know this hair is my shit/Rode the ride, I gave it time/But this here is mine.”
Tussen de nummers door vertellen haar ouders en platenbaas over hun ervaringen in een vooral witte wereld. Zwaar? Geen moment. Duidelijk. Zwoel gezongen, zijdezachte beats. Uiteindelijk viert Solange haar kleurenrijkdom, haar verleden, en de hoop voor de toekomst. En als het ons niet bevalt, hoeven we niet te luisteren, dat maakt ze ook nog even duidelijk. “All my niggas let the whole world know, play this song and sing it on your terms. For us, this shit is for us..”
Al zou ik er stiekem naar moeten luisteren. Wat een overtuigend verfijnde meningen brengt Solange naar voren. Ze laat zien hoe je woede omzet in innerlijke kracht. En over de zoektocht verhaalt ze glorieus. Deze muziek boort diep van binnen een reservoir van hoop aan en laat die rijkelijk vloeien.
Hopelessness.
Gevoelige woede, hoe klinkt dat? Nou, als op Hopelessness, van Anohni, die je misschien nog herinnert uit een vorig leven als Antony (van de Johnsons). Toen vond ik zijn muziek mooi, maar soms wat al te ijl. Als Anohni heeft ze de kracht van de zachtheid ontdekt. Ze is boos en er moeten wat zaken veranderen. Dat moge duidelijk zijn, als je deze plaat hebt afgeluisterd. Het lag misschien voor de hand om een album te maken over gender-vrijheid. Dat is immers ook een van de thema’s van onze tijd. Maar Anohni trekt haar cirkel groter. Ze leeft in een wereld die van het matje af is en daar maakt ze zich zorgen over. Mooie zorgen, dat wel.
De ijzige beats zijn van de producer met de onwaarschijnlijke naam Oneohtrix Point Never. Lekker stel samen. De muziek is bijna net zo meedogenloos als de teksten, waarin Anohni politieke misstanden aankaart. Vernietiging van de planeet, drones, privacy, executies, achter elkaar komt het voorbij. Denk niet dat het een zelffeliciterend feestje is van progressief Amerika. Ook Obama krijgt er flink van langs, in een nummer dat even spannend klinkt als een voodoo-uitdrijving. En het is ook zeker geen geijkte protestplaat. De muziek is experimenteel en verrast telkens opnieuw, de teksten zijn soms ongekend humoristisch, in al hun scherpte. Hoor haar het liefelijk zingen: “Execution.. It’s an American dream..” En even later: “Don’t let them prove I was wrong/When we know so bad what’s right.” Hopeloosheid, zelden is het zo fascinerend en overtuigend bezongen.
Life of Pablo.
Kanye doet wat alleen Kanye kan. Hij is geniaal, gek, grappig, groots en grof. Het zijn verwarrende tijden. En met verwarring weet Kanye wel weg. Dit album was alleen al door zijn continue aanpassing, zelfs nog na de release, een schitterend voorbeeld van nooit af. Voortschrijdend inzicht, alweer zo’n tijdgeest term. Nummers breken af, lijken lukraak aan elkaar geplakt. Maar fascinerend is het. Muzikaal vond ik Yeezus, zijn vorige, heftiger. Maar deze blijf ik ook luisteren. Hoe ie het doet, doet ie het, het blijft intrigerend. Alles zit erin, van gospel tot godverdomme. Natuurlijk is er de ingebouwde controverse en zelfreferentie. Als je van je leven een kunstwerk maakt, zorg dan ook dat zelfs Picasso achter zijn oren zou krabben bij beluistering. Kanye maakt schoonheid uit verwarring. Hij vat er het zelf wel even voor ons samen in de korte track – hoe kan hij anders heten – I Love Kanye:
“I hate the new Kanye, the bad mood Kanye
The always rude Kanye, spaz in the news Kanye
I miss the sweet Kanye, chop up the beats Kanye
I gotta to say at that time I’d like to meet Kanye
See I invented Kanye, it wasn’t any Kanyes
And now I look and look around and there’s so many Kanyes
I used to love Kanye, I used to love Kanye
I even had the pink polo, I thought I was Kanye
What if Kanye made a song about Kanye
Called “I Miss The Old Kanye,” man that would be so Kanye
That’s all it was Kanye, we still love Kanye
And I love you like Kanye loves Kanye, hahaha.”
2016 was een jaar van pijnlijke schoonheid. Als we de muzikale richtlijnen volgen, denk ik dat 2017 het jaar van de levenskrachtige loutering wordt.