Tien jaar Trendrede – Tien Trendredes.

In 2010 kwam ik op het idee om een aantal toekomstdenkers bijeen te brengen om gezamenlijk de grote lijnen van maatschappelijke verandering te schetsen. Ik belde rond en vrijwel iedereen wilde meteen meewerken. Tussen al het crisisnieuws wilden we mensen de positieve ontwikkelingslijnen aanbieden. De Trendrede was dan ook altijd positief van karakter. Hoewel de belemmeringen ook aan bod kwamen, beschreven we toch vooral de mogelijke oplossingsrichtingen voor hedendaagse problemen.

En wat een plezier hadden we, tijdens de voorbereidingen. Is er iets bevredigender dan met vakgenoten te brainstormen, lijnen te vinden, onderwerpen uit te diepen, verder te reiken dan ieder ooit in zijn eentje zou kunnen komen? Ik heb gedurende die tien jaar in ieder geval menig geluksmoment ervaren. Doen wat je goed kunt, mensen daarmee inspireren en aanmoedigen, dat geeft een diep gevoel van tevredenheid, van betekenis.

Want de Trendrede bleek te voorzien in een behoefte, vooral bij maatschappelijke organisaties, scholen, overheden en maatschappelijk betrokken bedrijven. Een fijne groep mensen verzamelde zich de eerste keer in Seats2Meet in Utrecht. Aandachtig luisterden ze, stelden vragen, praatten mee. Vanaf de vijfde keer verhuisden we naar de grote zaal van Pakhuis de Zwijger in Amsterdam, die altijd bomvol zat. Na tien jaar besloot ik te stoppen en ook de andere Trendredenaren wilden daarna niet door. Even dan… Een jaar later besloot een kleinere groep alsnog een nieuwe Trendrede te schrijven. Die vind je hier: www.trendrede.com

Ben je nieuwsgierig naar een bepaalde Trendrede? Hieronder vind je ze alle tien, beginnend bij de laatste, die ik in 2010 als de laatste presenteerde. Je kunt ze online lezen, maar downloaden mag ook.

Het is tijd om weer andere dingen te doen. Maar de maatschappij volg ik nog actief, want mensen en verandering, hoe ze ermee omgaan en hoe dat kan verbeteren, dat is echt wel mijn ding. Stil zitten doe ik zeker niet… De toekomst komt in golven, we creëren ze zelf. Lees en raak geïnspireerd.

De missionaris

Ik word wel eens vergeleken met een dominee , hoewel ik zelf geen specifieke religie aanhang. Overtuigingen heb ik wel. En een competentie: scherp de tijd analyseren en daar mooi en hoopgevend over schrijven – of praten. Tien jaar lang schreef ik de Trendrede, de laatste in 2020. Ooit was de Trendrede gewoon een idee dat in me opkwam, toen werd het een werkelijkheid. Er kwamen veel hoogtepunten uit voort. Inhoudelijk plezier. Ervaringen van diepe betekenis. Geluksmomenten. Contacten. Lezingen, workshops. Goede gesprekken ook, bijvoorbeeld over de moderne missionaris, met Elze Riemer: hoe ga je met de toekomst om, als theoloog. Een interview uit 2018, maar het werd kort geleden opnieuw geplaatst. Mooi om te merken dat het ook nu weer mensen weet te raken. Want een beetje missionaris heb ik me altijd gevoeld. Dat was misschien al duidelijk.

Je leest het interview hier.

Dag 2020. Welkom 2021

Een nieuw jaar. 2020 was natuurlijk een nogal atypisch jaar. Twee-en-een-halve maand lang was ik op pad met mijn presentatie over de tiende – en laatste – Trendrede. Tijdens een lezing in Brabant kwam er nieuws binnen over een mogelijke lockdown. En de dag daarna was alles anders. Bijzonder om mee te maken. Gelukkig heb ik mijn werk nooit beperkt tot lezingen en workshops. Er is altijd nog het strategische werk – en dit jaar vooral veel schrijfwerk. Zo schreef ik in het najaar voor de provincie Gelderland een boekje over hun bijzondere werkwijze, zo bijzonder dat ze al eerder genomineerd werden als overheidsorganisatie van het jaar. Een identiteitsdocument zou je het kunnen noemen. Over hun betekenis – en hoe ze die met zijn allen creëren. Dat is dan weer mijn drijfveer: anderen inspireren en helpen met hun betekenis.

Ik kan het iedere organisatie aanbevelen: zo af en toe weer eens nadenken over wie je bent, hoe je wilt werken en vooral ook waarom je werk er is. Niets is vanzelfsprekend in het leven, dat hebben we in 2020 wel geleerd. Bestaan is bijzonder. Daar staan we in 2021 vaker bij stil, kan ik ook zonder nieuwe Trendrede wel zeggen. Zingevingsfitness, noem ik dat altijd. Ik wens het ook jou toe. Maak er een mooi jaar van!

Zingevingsfitness

De Volkskrant plaatst een lang artikel van Yasmine Esser, over zingeving in werk. En daarin vertelde ik, als schrijver van Het Matje, ook mijn gedachten over de zoektocht naar betekenis. Die is zeker toegenomen, de laatste jaren, blijkt ook uit de verkoopcijfers van Het Matje. Te veel mensen merken dat ze zichzelf voorbij rennen. Je eigen betekenis vinden, dat betekent zingevingsfitness. Betekenis is een spier – dus die kun je trainen. En de positieve kant: dat kan ook met kleine stapjes. Waar begin jij?

Lees het hele artikel hier – of bestel gewoon meteen Het Matje en lees hoe jij jouw zingevingsfitness aanpakt. Tip: bestel het boek bij de boekhandel, niet bij een belasting mijdende internetgigant, dan heb je je eerste stapje meteen gezet…

Het Matje, het boek dat ik samen met Korrie de Vet schreef. De vierde druk alweer.

Tom Kniesmeijer en Korrie de Vet. Betekenis en zingevingsfitness.

De jas. Groot feest.

Omdat ik een groot voorstander ben van een leven lang leren, ben ik in september gestart met een opleiding aan de Schrijversvakschool. Ik wil vaker fictie schrijven, maar heb het idee dat ik vitale kennis over perspectief, structuur, spanningsbogen en stijlmiddelen mis. Het is een heerlijke opleiding, ik loop er op kleine wolkjes van geluk naar toe, twee keer in de week, en ik heb in het eerste halfjaar al veel geleerd, onder andere door intrigerende uitstapjes naar poëzie, toneel, scenario en essay. Aan ideeën heb ik nooit een gebrek, mijn woorden vullen al snel vele pagina’s (lees de 10 jaar Trendrede er maar op na), maar ik wil het ook kort kunnen, scherp, spannend, meerduidig én toch duidelijk. En laat nu net een opdracht voor toneel, een korte scène met voor mijn doen absurd weinig woorden, op de shortlist staat voor de Debutantenschrijfwedstrijd 2020? Een uitgebreid vreugdedansje deed ik, toen het bericht binnen kwam. Het is een geweldige aanmoediging én een uitdaging. Jongens, je kunt 58 worden en alsnog in aanmerking komen voor een debutantenprijs. Alleen dat al is toch een cadeautje? Misschien inspireert het jou ook om iets te doen wat al lang op je wensenlijstje staat. Doen!

De shortlist vind je hier. En als je doorklikt kun je de gehele scène lezen. De titel is ‘De jas’. Maar die was ik in al mijn debutantenijver, vergeten in te vullen. Er is altijd nog wat bij te leren.

Jubileum!

Hij is klaar, de tiende Trendrede. Volgende week dinsdag, 14 januari, presenteren we hem. Dan vertellen we alles over het Doorslaggevende Decennium van betekenis, verbinding en opening. Het is een mooie jubileum-editie geworden, en een bijzondere. Daarover volgende week meer. Kun je erbij zijn, in Pakhuis de Zwijger, leuk! En anders lees je de nieuwe Trendrede online, vanaf woensdag 15. Veel inspiratie gewenst.

Paars. De kleur van de loutering.
10 jaar Trendrede. Een uitgelicht pad naar de toekomst..

Morele leiders (bis)

Het goede voorbeeld geven. Het lijkt zo simpel, maar dat blijkt het in de praktijk niet altijd te zijn. Te vaak ontmoet ik bestuurders die verbaasd opkijken wanneer ze gevraagd wordt of ze zelf voldoen aan de richtlijnen die ze over hun personeel uitstrooien. NRC had afgelopen weekend een artikel over moreel leiderschap waarin de boodschap nog maar eens ingepeperd werd: ‘Een moreel leider die het een zegt en het ander doet, valt door de mand’.

Zien mensen aan jou dat wat je zegt ook is wat je denkt – en wat je doet?

Dagblad Trouw interviewde Kitty Nooy, tot verleden jaar verantwoordelijk voor integriteitskwesties bij het Openbaar Ministerie: ‘Er is een grote behoefte aan ethisch leiderschap in de hele publieke sector.’ Helaas, meldt ze, ‘de aandacht ging vooral naar de inhoud en naar productie. Maar met alleen de ‘harde kant’, met de ratio, kom je er niet. Het gaat ook om houding en gedrag.’ Nooy heeft ook nog een advies: ‘Achteraf denk ik: had ik al dat routineuze vergaderen over lange rapporten er maar uitgesmeten en meer aandacht besteed aan die ogenschijnlijk kleine dilemma’s. En dan niet aan het eind van de weekvergadering vragen: ‘Heeft iemand nog iets wat integriteit betreft?’, maar serieus praten ook over de zaken waarmee je zelf worstelt. Die zijn er zat.’

Die zijn er zeker zat. Het is niet makkelijk om het goede te doen, het is iets makkelijker om met elkaar te spreken over wat het goede is. Zullen we daar dan mee beginnen in organisaties? Zet het maar op de agenda voor de volgende vergadering: wat is de betekenis van onze organisatie en welke morele afwegingen komen daaruit voort? Nog best een pittig begin, maar altijd de moeite waard. En jij bent een pittige leider, toch?

Moreel leiderschap.
Jezelf op het matje roepen en bevragen of je keuzes voortkomen uit je essentie.

Morele leiders

We leven in een ongemiddelde samenleving (ook de koning sprak erover tijdens de Troonrede). Persoonlijke vrijheid en eigen verantwoordelijkheid zijn zaken waar zeker de jongere werknemers naar streven. Ze willen niet vast zitten in een vakje ergens in een harkstructuur, een hiërarchisch keurslijf, een al te strikte taakopvatting. Hoe zorg je er als leider voor dat mensen de juiste professionele inschatting kunnen maken? Kort naar de oplossing: in plaats van hiërarchische lijnen te trekken, gaan we organisaties steeds vaker beschrijven in cirkels. In het hart staat het sociale en morele fundament. Vanuit dat fundament wordt gebouwd aan een veilige en veerkrachtige werkomgeving. Alle medewerkers voelen zich verbonden aan de fundamenten, voelen zich erdoor gesteund en weten dat de organisatie kan meeveren met hun individuele afwegingen. Zo kunnen ze het beste voldoen aan de maatschappelijke en marktverwachtingen. Van binnen naar buiten, in plaats van andersom (zoals we de laatste decennia hebben gedacht). Vandaar dat ethisch leiderschap zo in het nieuws is. Van een leider verwachten we de komende jaren wat minder daadkracht op cijfers en wat meer moraliteit over de wereld erachter. Denken in menselijke maat, organisatie-identiteit, de morele implicaties van het gezamenlijke handelen. Interessante kwesties.. Hoe functioneer jij als moreel leider?

Revolutie! Nu!

In de media aandacht voor de ‘herontdekking van het straatprotest’ (onder andere de Volkskrant schreef erover). Er zijn klimaatmarsen, onderwijsstakingen en pensioenprotesten. Hoe komt het dat ‘we’, na een periode waarin het Malieveld er kaal bij lag, nu weer massaal de straat op gaan om verandering te eisen? Volgens een historicus komt het door de economie: ‘De actiebereidheid neemt toe als de economie beter gaat’. Volgens een ander doordat mensen zich niet vertegenwoordigd voelen en het straatprotest als uitlaatklep gebruiken. Ik denk dat ze allebei deels gelijk hebben.

Zelf zou ik ook graag de tijdgeest zelf als oorzaak willen meegeven. Er zijn perioden dat verandering gewoon meer kans krijgt. Zoals nu. Omdat er de afgelopen jaren steeds meer vast liep in de samenleving, in de politiek, in bedrijven. Er komt dan altijd een omslagpunt. We krijgen simpelweg genoeg van onze eigen dagelijkse frustraties. Het werkt al een tijdje niet meer zoals het altijd werkte. En de kop in het zand blijven steken is in toenemende mate een dure keuze. Het personeel, de burger, de mens raakt ervan in een burn out. Klanten en kiezers lopen weg. Het middenveld valt uit elkaar. Maar: als de frustratie het hoogst is, is de verandering nabij.

Ik zie het niet alleen aan het aantal demonstraties buiten op straat, maar ook binnen, bij organisaties. De veranderbehoefte is groot en de weerstand om zaken anders te pakken neemt sterk af. Als zaken laten zoals ze zijn meer problemen oplevert dan nieuwe dingen uitproberen, dan ontstaan er openingen.

In de Seizoenen van de Tijdgeest, dat in 2009 uitkwam, beschreef ik al de stilstand en voorspelde dat er vanzelf weer een periode van verandering zou komen. Het begint dan altijd met een kleine voorhoede, die fanatiek begint te prikken in bestaande systemen. In eerste instantie worden de pioniers weggelachen, weggeschreeuwd, weggejaagd. Maar uiteindelijk krijgt hun protest weerklank, eerst in kleine kring, daarna voorzichtig in de media, vervolgens breed in het land. Die tijdgeest, waarin vooral radicale enkelingen en kleine groeperingen bestaande taboes doorbreken, die noem ik de lentetijdgeest.

De voorbeelden eruit heb je de afgelopen jaren gezien. Van kick out Zwarte Piet tot #metoo, #blacklivesmatter en genderactivisten. Of, in management speak: het zelfsturende scrumteam.

Nu komen we aan de tijdgeest toe die je als ‘zomers’ kunt omschrijven. Groeien en bloeien, dat zijn de kenmerken van een zomer. Een paar jaar lang staken overal de nieuwe ideeën hun kopje boven het maaiveld uit. Er werd veel gedebatteerd, geruzied, uitgeprobeerd, getest. Nu heeft de roep om verandering de massa bereikt. Niet alleen de voorhoede eist doorbraken, ook de bredere middengroepen komen in actie. Tijd voor werkelijke verandering! Nu is er de behoefte om de beste nieuwe of hernieuwde ideeën breed te implementeren. Zodat die verder groeien, de samenleving in. Het bedrijfsleven in. Ons collectieve gedachtegoed in. Zo rond 1972 draaiden die ideeën  bijvoorbeeld rondom ‘democratisering’ en rond 1994 was ‘liberalisering’ het toverwoord. Nu zet ik mijn kaarten op vergroening, vermaatschappelijking (van vermarkting naar purpose) en zingeving.

Over een jaar of tien kunnen we dan weer op de rem gaan staan, zoals we ook tijdens de jaren 80 en de jaren nul deden. Maar dat is misschien al te zeer vooruitkijken. Vooralsnog is het zaak om als mens, als organisatie en als overheid, na te denken over de punten waarop verandering het meest noodzakelijk is, en hoe je daar, vanuit je eigen unieke identiteit, mee om wenst te gaan. Waar binnen jouw organisatie het nieuwe op wil, mag en kan bloeien. Wanneer je daar wat hulp bij nodig hebt, hoor ik het graag. En een lezing over die seizoenen van de tijdgeest, dat kan natuurlijk ook altijd.

Tom Kniesmeijer toekomstpsycholoog over de toekomst.