Over de emancipatie van het virtividu. Ofwel: de zaak Laura Dekker versus Ryan Cleary.
Het internet is ondertussen zo’n complete wereld geworden, dat je een groot deel van je leven kunt doorbrengen in de virtualiteit. Het wachten is op de eerste mensen die naar de virtualiteit verhuizen, zoals in de film Avatar (2009). Hoe gaan we met die vermenging om, als mensen? Zijn er grenzen? Wat is het dat wij werkelijkheid noemen? En als we spreken over vrije identiteitsvorming, waar hebben we het dan over?
Het virtividu als vrije identiteit.
Door de eindeloze mogelijkheden van de virtualiteit krijgen mensen steeds meer de keuze in welke vorm ze hun leven willen leiden. Fysiek of virtueel, als individu of als virtividu. Het virtividu is een mens die de deur richting de fysieke werkelijkheid achter zich sluit om zijn leven voort te zetten in de virtualiteit, ergens op het internet. Voor het virtividu is de fysieke werkelijkheid niet langer de enige realistische wereld. Juist de virtuele wereld is reëel, want daar kan hij zijn diepste dromen najagen en zich ontplooien zoals hij zelf wil. Internet biedt aan iedereen de ultieme vrijheid tot het kiezen van een identiteit. In de virtuele wereld zijn we nooit meer of minder dan de verhalen die we over onszelf kwijt willen. We kunnen onszelf schrijven zoals we willen zijn. We kunnen iedere link met onze afkomst, leeftijd, sexe en lichamelijke conditie uitschakelen én iedere dag een compleet nieuwe identiteit samenstellen. Zo ervaren we wat het is om, door geen enkele beperking gehinderd, te leven in een realiteit die geen enkele weerstand biedt.
Wat zijn de gevolgen van het virtividu en zijn zoektocht naar vrije identiteit?
Geen kind kijkt nog vreemd op wanneer er een manshoge Donald Duck naast hem opduikt. Wat wij nog mee gaan maken is de eerste lichting mensen die verhuist naar Duckstad. Voor de duidelijkheid: niemand gaat ooit door zijn computerscherm naar binnen stappen. Dat zou een sprookje zijn. Ik heb het over een toekomstige groep mensen die ervoor kiest hun leven in een virtuele omgeving door te brengen en uiteindelijk weigert nog een actieve rol te spelen in de wereld waarin hun lichaam functioneert. Ze hebben voor zichzelf een avatar ontwikkeld waarmee ze de avonturen beleven die ze op straat niet vinden.
De hoofdpersoon in Avatar, commandant Jake Sully vertelt in zijn videoblog: “Alles is nu omgedraaid. Alsof dat de echte wereld is, en dit de droom. En even later: “ik weet niet meer wie ik ben.” Het is een sleutelscène in de film. Wanneer nemen onze hersens het besluit om over te stappen? Wanneer kiezen ze ervoor om onze virtuele identiteit als basis te nemen?
Ho! Stop! Denkt u nu wellicht. In internet kun je niet leven. Het is een wereld op zich, waar je prettig en functioneel kunt vertoeven. De enige werkelijke wereld speelt zich vóór het scherm af. Er is een grens. Toch?
Wie een lamp voor een spiegel zet, ziet in de spiegel het virtuele beeld van de lichtbron. De burgemeester van Viganella creëerde dankzij dit gegeven een nieuwe realiteit. De zon kan tijdens de wintermaanden het Italiaanse daldorp niet bereiken. De bewoners bouwden daarom een grote spiegel op de berg, waardoor het dorp alsnog in zonlicht baadt. Ook een virtueel effect kan reële gevolgen hebben in de fysieke werkelijkheid.
Steeds meer jongeren vinden hun natuurlijke habitat aan de virtuele kant van het leven. De voordelen zijn eenvoudigweg te groot. En het fysieke leven kent nadelen – denk aan werkeloosheid, een handicap of gewoon jeugdpuistjes. Voor deze nieuwe generatie is de kwestie wat echt is en wat onecht, fysiek of virtueel, volslagen achterhaald.
De techniek gaat ons helpen: van spel naar realiteit.
Sinds de Wii spelcomputer worden we verleid om ons hele lichaam te gebruiken bij een game. Je beweegt weliswaar nog niet werkelijk in het spel, maar wel met het spel. Met onze Wii houden we nog afstand tot het avatar die we besturen op de computer en onze ogen geven die informatie door aan de hersenen. Daardoor weten we dat het slechts een spel is en geen daadwerkelijk fysiek avontuur. Wetenschappelijk onderzoek toont echter aan dat wanneer de fysieke werkelijkheid op de juiste manier virtueel nagebootst wordt, de hersenen geen onderscheid maken. De hersenen nemen voor waar aan wat de ogen zien. Er wordt geëxperimenteerd met een chip op het voorhoofd, rechtstreeks verbonden met de hersenen. Die informatie wordt opgeslagen als een reële, fysieke herinnering.
Het is duidelijk, straks weten we nooit meer 100% zeker of een herinnering is opgewekt door een fysieke ontmoeting of door een virtuele representatie. We kunnen dan rustig op vakantie gaan zonder onze luie stoel te verlaten, zolang we maar bereid zijn de speciale helm op te zetten en ons te verbinden met een machine.
De vraag die de film Avatar ons stelt: “Is een moment van geluk gelukkiger in de fysieke wereld dan in de virtuele wereld?” Het is een vraag waar u best even over mag nadenken.
De emancipatie van het Virtividu.
Neem de twee jongeren hiernaast. Het meisje wilde als jongste in haar eentje de wereld rond zeilen. Laura heeft een doel in haar leven en dat doel moet ze kunnen waarmaken, vonden de voorstanders. Als zij wil zeilen, waarom zouden wij haar in de weg s taan? De rechter oordeelde dat het een realistisch wens is en Laura bereikte op haar zestiende haar levensdoel.
De jongen zit vast. De politie viel in juni 2011 zijn huis binnen, omdat hij verdacht wordt van hackerspraktijken. Dat was niet waarom hij het nieuws haalde. Ryan Cleary bleek al vanaf kerstmis – een half jaar eerder – zijn kamer niet verlaten te hebben. Hij leefde online. Hij wil de nummer-1, de wereldleider in ‘World of Warcraft’ worden.
Dat iemand een half jaar achter zijn computer zit, vinden we abnormaal. Waarom? Een jongere die een levensdoel heeft, die moet toch de kans krijgen om hem waar te maken? Ongezond? Is twee jaar lang de oceanen rondzeilen met nooit meer dan drie uur slaap achter elkaar gezond? Wie van beiden had de grootste kans om binnen ‘t jaar – fysiek! – dood te zijn?
Wat ons te wachten staat is de opkomst en de emancipatie van het virtividu. Het virtuele individu, dat het leven binnen zijn computerscherm interessanter vindt dan dat ervoor. Zijn wereld is geen schijnwereld, maar een unieke context die een zeer reëel effect heeft op zijn levensgeluk. Nog even en we worden geconfronteerd met een nieuwe emancipatiebeweging: Virtividuen die eisen dat hun avatar erkend wordt in de fysieke wereld. Gewoon, omdat het hun leven is en ze er gelukkig mee zijn. Ze eisen dat recht op geluk op. Is dat raar?
We moeten de komende decennia een grote vraag beantwoorden over het ‘zijn’ van mensen. Wat doen we wanneer iemand uiteindelijk besluit dat zijn virtuele karakter zijn ware identiteit is, en hij door anderen als avatar aangesproken wil worden, als virtividu? Als u dat idioot vindt klinken, bedenk u dan even wat het criterium is om in aanmerking te komen voor een transseksuele operatie: ten diepste ervan overtuigd zijn dat je in een verkeerd lichaam geboren bent.
Het wordt een interessant juridisch – en media! – issue. Waar bevindt zich onze essentie? In het lichaam of in de geest? En als hij in de geest huisvest, en die geest maakt het verschil niet tussen virtualiteit en realiteit, hoe definiëren we dan de essentie van mensen? In hoeverre kan de maatschappij gedwongen worden iemands virtuele realiteit te erkennen?
De virtuele wereld is al verder opgerukt dan we denken.
De grenzen tussen virtueel beeld en fysieke werkelijkheid vervagen steeds verder.
Het Virtividu komt er.
De vraag aan u is: hoe ver gaat u mee in die nieuwe wereld?
Denk er eens over, na het zien van een film als Avatar.