Het schokkende aan de benoeming van Brett Kavanaugh in de Supreme Court van Amerika is, eerder dan de #metoo beschuldiging van meer dan dertig jaar oud, de manier waarop hij er als beoogd rechter mee omging: wild om zich heen meppend, vol minachting over de procedure, de beschuldigingen ombuigend tot een complot tegen hem. Een rechter die denkt dat de rechtstaat voor anderen geldt.
Ik schrok ervan. Als ik aan rechters denk, dan zie ik nadenkende, genuanceerde mensen voor me, die eerst lang zwijgen voordat ze iets zeggen. Niet altijd formuleren ze een oordeel dat aansluit bij mijn mening, maar dat kan ook niet. Dat is niet hun taak. Rechters hoeden het grotere wij voor het gevaarlijke ik.
Gelukkig zag ik van de week de film The Children Act, naar een boek van Ian McEwan, een van mijn favoriete schrijvers. De film raakte me. Het is een film die een mooi tegenwicht biedt en een duidelijk verhaal schetst over onze tijd en de dilemma’s waar we voor staan. Een rechter, gespeeld door Emma Thompson, moet beslissen over de lastigste zaken der mensheid: die van leven en dood. Mag je een Siamese tweeling scheiden, als je zeker weet dat daarbij een van beiden zal overlijden? Mag het ziekenhuis een nog nèt minderjarige Jehova-jongen tot een bloedtransfusie dwingen om zijn leven te redden?
‘Ik zie aan u dat u luistert, dat u nadenkt’, zegt de Jehova-jongen tegen haar, in het ziekenhuis. Die regels bleven bij mij hangen. Mensen die luisteren, die zichtbaar nadenken. De nuance zoeken en dan een knoop doorhakken. We hebben als maatschappij rechters nodig. Dat zal iedereen beamen. Maar ook in Nederland lijkt het soms alsof we van alle kanten proberen het systeem van de rechtstaat te ondermijnen. Zo zag ik een tijdje geleden Klaas Dijkhoff op tv een rechterlijk oordeel nuffig opzij schuiven als ‘ook maar een mening’. Deze film maakt duidelijk dat dat bij uitstek niet het geval is. Bovendien is het een gevaarlijke uitspraak, hoe terloops hij ook gemaakt wordt. We hebben het hier over de basis van onze rechtstaat. De bodem waarop we staan. Rechters hebben nooit zomaar een mening. Ze zijn het laatste redmiddel bij uit de hand lopende disputen. De rechterlijke macht is de allerlaatste instantie die door kromme en verdraaide zienswijzen heen zoekt naar de rechte lijn. Mensen zullen altijd van mening verschillen. Een kleine groep boven ons gestelden neemt de onmenselijke taak op zich om fundamentele keuzes te maken waar anderen dat niet meer lukt. Op gegeven moment moeten we, allemaal, accepteren dat er dan soms een Salomonsoordeel geveld wordt. Accepteren én respecteren.
We hebben in Nederland een goed functionerende rechtsstaat. Misschien zijn we zo verwend dat we hem voor lief nemen. En tot nu toe zijn we goeddeels gevrijwaard gebleven van schandalen zoals in Amerika. De zaak Kavanaugh maakt weer even duidelijk hoe groot de belangen zijn. Laten we het recht niet krom buigen, met zijn allen. Iets om over na te denken..
Films zeggen alles over de tijdgeest. Als The Children Act één ding poneert, dan dat we iedere dag blij mogen zijn met hen die de verantwoordelijkheid op zich nemen om namens de gemeenschap te luisteren en na te denken. Knopen die nauwelijks te ontwarren zijn, pulken ze uit elkaar tot er een klare lijn ontstaat – en vervolgens hakken ze hem op de best mogelijke plek door. Dat het niet altijd de plek is die jijzelf zou kiezen, het zij zo. Soms moet je buigen voor het grotere wij van de samenleving. Het grotere wij, dat precies de belangrijkste zoektocht binnen onze samen-leving is, momenteel.
Update november: zie in dit kader ook het artikel van Paul Verspeek, rechtbankverslaggever bij RTV Rijnmond.
tom kniesmeijer ton