In De Volkskrant van vrijdag 18 maart een aardig artikel over de opgeblazen geschiedschrijving ten aanzien van ‘de jaren 60 revolutie’. Op de een of andere manier vinden we het belangrijk om in decennia te blijven denken. Maar, zo schreef ik in De Seizoenen van de Tijdgeest, de jaren zestig zoals wij ze herinneren, als een lentetijdgeest, begonnen pas in 1965 – en eindigden zo rondom 1971. Tijdgeest houdt zich nu eenmaal niet aan decennia. De Volkskrant schrijft precies dat. Anneke Grönloh benoemt het eigenlijk het meest scherp. Zie de quote hiernaast. Zij kan het weten, ze scoorde haar grootste hits rondom 1963. Die waren onbeschaamd nostalgisch en zeker niet revolutionair. Luisteren naar je moeder, dat moest je..! Het was dan ook nog volop winter in de tijdgeest. Rust en regelmaat. Moraal. En terugkijken.
Vanaf 1965 brak de lente door, in 1966 was er Provo en in 1969 een bezetting van de Universiteit van Amsterdam. Rockmuziek brak door en er sliepen hippies in het Vondelpark. Dat moeten we ook weer niet overdrijven in aantallen. Het waren mediagenieke iconen, toppen bovenop een alom aanzwellende vernieuwingsgolf. Het zijn nu eenmaal de plaatjes die blijven plakken op ons netvlies. En in de geschiedenisboekjes. Lentetijdgeest, dat zijn jaren van experiment en taboes doorbreken. Pas daarna worden de beste nieuwe ideeën breed geïmplementeerd. Tussen 1971 en 1977 bijvoorbeeld stond de Nederlandse cultuur in het teken van onderwerpen als ‘democratisering’, ‘feminisme’ en ‘homoemancipatie’.
Wat staat er over de huidige tijdgeest in de geschiedenisboekjes, straks? Ik voorspel plaatjes van Occupy en straatprotesten, naast een foto van Jos de Blok, om maar iemand te noemen, beelden die aangeven dat er zo rondom 2012 ook weer een vernieuwingsgolf op gang begon te komen. Zullen we dat tegen die tijd dan ook weer ‘De Jaren 10 Revolutie’ noemen?