Olaftijd

Een mooie man, Erwin Olaf. Altijd uitgesproken, dat maakt hem ook zo goed als fotograaf. Zestig wordt hij – en dat wordt geëerd met maar liefst drie tentoonstellingen. Veel aandacht in de pers. Terecht. Deze week alleen al las ik twee artikelen en was hij een uur live op de radio te horen. In NRC: https://lnkd.in/gyeytTJ en in de NYT: https://lnkd.in/gGbruHr
In De Seizoenen van de Tijdgeest wijdde ik twee pagina’s aan zijn oeuvre en vooral zijn vaardigheid om van iedere tijdsgeest de essentie te vatten. Niet alleen de vrijheid en de seksuele openheid van een lenteseizoen, ook het glossy succes van de zomer, het verlies en de angst van herfst en winter. Dat het ook nog een aardige man is bleek toen ik foto’s van hem mocht gebruiken voor mijn boek. Dat was alweer tien jaar geleden. Ga zelf in Den Haag kijken hoe hij de seizoenen van na 2009 heeft gevangen, zou ik zeggen..!

Persoonlijk geluksmomentje

De negende Trendrede is er. Je mag hem lezen, gebruiken, doorsturen, kopiëren, bekritiseren of toejuichen. Hij is online te lezen – en te downloaden –  op trendrede.nl. Voor niets, vanzelfsprekend. Al jaren hebben we het over de betekenissamenleving in de Trendrede. Dat het zo werkt, merk ik iedere keer wanneer ik in Pakhuis de Zwijger de volle zaal in kijk. Dan heb ik een persoonlijk geluksmoment. Tien jaar terug had ik een spontane ingeving. Die ingeving werd een jaarlijks fenomeen. Graag gedaan, zeg ik, als mensen me bedanken. Ik word er zelf nog blijer van dan jij.

Dank aan iedereen die belangeloos meewerkt. Kijk eens, als je onder de indruk bent van de huisstijl, op de site van Theo Nijsse. Overigens is de fraaie pauwenstoel gemaakt door Willemijn de Vreugd, van het Hout en Meubileringscollege. Een ambachtelijke opleiding, een van de grote trends uit de Trendrede 2019.

De livestream werd goed bekeken. Wil je de Trendrede liever voorgelezen hebben, klik dan hier.  Dan hoor je drie Trendredenaren achter elkaar een wat ingekorte versie uitspreken.

Tom Kniesmeijer is bedenker en initiatior van de jaarlijkse Trendrede.

Gongen voor het geld

Op een gong slaan. Het ging me best aardig af, al zeg ik het zelf. Vanochtend mochten de samenstellers van de Trendrede de beurs openen. Dat is gewoon een geinig genoegen, ondanks de niet altijd positieve beschouwingen die ik ten aanzien van de geldeconomie heb gedaan. Geld op zich is niet slecht. De vraag is of we er altijd het goede mee doen. Die vraag lieten we graag weerklinken door de ruimte, op Beursplein 5.

De nieuwe Trendrede, de negende, presenteren we morgen in Pakhuis de Zwijger. De zaal zit vol, maar er is een livestream, als je toch een beetje aanwezig wilt zijn.

 

Een drukverlagend nieuwjaar

Gisteren waren Christine Boland en ik op bezoek bij Koffietijd, om wat te vertellen over maatschappelijke ontwikkelingen. Altijd leuk. En heel verfrissend om dat een keer samen met een collega te doen. Meestal zit ik ergens als de enige toekomstdenker, nu wisselden we elkaar vloeiend af en vulden elkaar aan. Misschien moeten we ons als duo gaan aanbieden? Een klein stukje van het gesprek zie je hier. We hadden het over drukverlaging, over kleine oplossingen voor grote problemen en over het herijken van wat het betekent om mens te zijn. Leuke onderwerpen voor zo’n eerste januaridag.

Ben ik optimistisch?

Tijdens het KennisFestival in Breda werd ik na mijn lezing gevraagd of ik optimistisch was over de toekomst. Ik stak direct van wal.

Tom Kniesmeijer ton kniesmeyer, tom kniemeijer kniemeyer

Beheer en de ongrijpbare burger

(persbericht)

Iedereen probeert grip te houden, terwijl het eigenlijk niet kan

Op 22 november zal in Almere het Nationaal Congres Openbare Ruimte (NCBOR) van start gaan. Keynotespreker van de dag is Tom Kniesmeijer, toekomstpsycholoog. Als het gaat om beheer ziet hij dat de veranderingen in de samenleving hier ook spelen, wat ook gevolgen heeft voor de rol van de beheerder. “Tegenwoordig is het individu de bouwsteen van de samenleving. Iedereen denkt voor zichzelf”, legt Kniesmeijer uit. Dit is volgens hem anders dan enkele decennia geleden, toen er meer sprake was van het collectief. Waar je vroeger vooral rekening hield met de ander en de omgeving, kijkt het individu nu vooral naar eigen behoeften. En omdat dit voor iedereen anders is, is het niet gauw goed. De komende jaren verwacht Kniesmeijer dan ook vaker stakingen, protesten en een zoektocht naar een werkbare situatie.

“En op dat oude gevoel van collectief, daar zijn ook alle systemen die wij hebben in Nederland op ingesteld. Deze gaan uit van het gemiddelde. Maar niemand voelt zich gemiddeld.” Ook in de systemen die ‘beheer’ beheersen, komt dit terug. “In het systeem wordt de openbare ruimte gezien als een ding wat je kan besturen, maar het moet gezien worden als iets levends en organisch. Iets dat niet gevangen kan worden.”

Gezamenlijke en gedeelde ruimte

Kniesmeijer vindt bovendien dat de term ‘openbare ruimte’ achterhaald is. Hij spreekt zelf van een opsplitsing: de ‘gedeelde ruimte’ en de ‘gezamenlijke ruimte’. Deze verschillen volgens de toekomstpsycholoog wezenlijk van elkaar: “Een persoon wil vanuit zijn virtuele en eigen omgevingsbubbel naar de gezamenlijke ruimte, zoals bijvoorbeeld een festival. Maar daarvoor moet hij reizen door de gedeelde ruimte, zoals de weg.”

Het verschil is dat in de gedeelde ruimte iedereen nog steeds individualistisch bezig is. In de auto is men bezig met ‘hun stukje weg’. De gezamenlijke ruimte is van iedereen. “De gedeelde ruimte is met systemen nog te beheersen; hoe kan je bijvoorbeeld de weg schoon en veilig krijgen. Dat gaat volgens Kniesmeijer mis als je de systemen ook voor de gezamenlijke ruimte wilt inzetten. Want elk individu heeft een mening over de gezamenlijke ruimte. Dat zijn burgers, beheerders, de ontwerpers of de politiek: allemaal individuen met allemaal een eigen rol in de gezamenlijke ruimte. De beheerdersrol is er slechts één van vele. “Maar wij zijn allen verantwoordelijk voor deze gezamenlijke ruimte.” Juist het zoeken van de verbindingen en de samenwerking ligt in de kracht van de beheerder, en daar ligt dus een belangrijk winstpunt.

Rol zoeken

“En dat is waar beheer naar toe gaat. Beheerders moeten in de toekomst beter kijken wat hun rol is tussen al die individuen.” Volgens Kniesmeijer moet hier met andere ogen naar gekeken worden en de systemen losgelaten: “Iedereen probeert grip te houden, terwijl het eigenlijk niet kan. Er moet een nieuw evenwicht gezocht worden tussen al deze partijen.” Tijdens NCBOR zal Kniesmeijer in zijn presentatie met de titel ‘Beheer en de ongrijpbare burger’, verder ingaan op deze veranderende rol van de beheerder en hoe deze zijn rol kan vinden in de veranderende samenleving.

Recht is de trend

Het schokkende aan de benoeming van Brett Kavanaugh in de Supreme Court van Amerika is, eerder dan de #metoo beschuldiging van meer dan dertig jaar oud, de manier waarop hij er als beoogd rechter mee omging: wild om zich heen meppend, vol minachting over de procedure, de beschuldigingen ombuigend tot een complot tegen hem. Een rechter die denkt dat de rechtstaat voor anderen geldt.

Ik schrok ervan. Als ik aan rechters denk, dan zie ik nadenkende, genuanceerde mensen voor me, die eerst lang zwijgen voordat ze iets zeggen. Niet altijd formuleren ze een oordeel dat aansluit bij mijn mening, maar dat kan ook niet. Dat is niet hun taak. Rechters hoeden het grotere wij voor het gevaarlijke ik.

Gelukkig zag ik van de week de film The Children Act, naar een boek van Ian McEwan, een van mijn favoriete schrijvers. De film raakte me. Het is een film die een mooi tegenwicht biedt en een duidelijk verhaal schetst over onze tijd en de dilemma’s waar we voor staan. Een rechter,  gespeeld door Emma Thompson, moet beslissen over de lastigste zaken der mensheid: die van leven en dood. Mag je een Siamese tweeling scheiden, als je zeker weet dat daarbij een van beiden zal overlijden? Mag het ziekenhuis een nog nèt minderjarige Jehova-jongen tot een bloedtransfusie dwingen om zijn leven te redden?

‘Ik zie aan u dat u luistert, dat u nadenkt’, zegt de Jehova-jongen tegen haar, in het ziekenhuis. Die regels bleven bij mij hangen. Mensen die luisteren, die zichtbaar nadenken. De nuance zoeken en dan een knoop doorhakken.                  We hebben als maatschappij rechters nodig. Dat zal iedereen beamen. Maar ook in Nederland lijkt het soms alsof we van alle kanten proberen het systeem van de rechtstaat te ondermijnen. Zo zag ik een tijdje geleden Klaas Dijkhoff op tv een rechterlijk oordeel nuffig opzij schuiven als ‘ook maar een mening’. Deze film maakt duidelijk dat dat bij uitstek niet het geval is. Bovendien is het een gevaarlijke uitspraak, hoe terloops hij ook gemaakt wordt. We hebben het hier over de basis van onze rechtstaat. De bodem waarop we staan. Rechters hebben nooit zomaar een mening. Ze zijn het laatste redmiddel bij uit de hand lopende disputen. De rechterlijke macht is de allerlaatste instantie die door kromme en verdraaide zienswijzen heen zoekt naar de rechte lijn. Mensen zullen altijd van mening verschillen. Een kleine groep boven ons gestelden neemt de onmenselijke taak op zich om fundamentele keuzes te maken waar anderen dat niet meer lukt. Op gegeven moment moeten we, allemaal, accepteren dat er dan soms een Salomonsoordeel geveld wordt. Accepteren én respecteren.

We hebben in Nederland een goed functionerende rechtsstaat. Misschien zijn we zo verwend dat we hem voor lief nemen. En tot nu toe zijn we goeddeels gevrijwaard gebleven van schandalen zoals in Amerika. De zaak Kavanaugh maakt weer even duidelijk hoe groot de belangen zijn. Laten we het recht niet krom buigen, met zijn allen. Iets om over na te denken..

Films zeggen alles over de tijdgeest. Als The Children Act één ding poneert, dan dat we iedere dag blij mogen zijn met hen die de verantwoordelijkheid op zich nemen om namens de gemeenschap te luisteren en na te denken. Knopen die nauwelijks te ontwarren zijn, pulken ze uit elkaar tot er een klare lijn ontstaat – en vervolgens hakken ze hem op de best mogelijke plek door. Dat het niet altijd de plek is die jijzelf zou kiezen, het zij zo. Soms moet je buigen voor het grotere wij van de samenleving. Het grotere wij, dat precies de belangrijkste zoektocht binnen onze samen-leving is, momenteel.

Update november: zie in dit kader ook het artikel van Paul Verspeek, rechtbankverslaggever bij RTV Rijnmond.

tom kniesmeijer ton

Wie is wij? Wat vind jij?

Wat zijn de overeenkomsten tussen een afgebrand museum in Brazilië, een ontslagen werknemer bij Heineken en witwasfraude bij ING?

Wie is wij? Dat was de afsluitende vraag van de TrendRede zoals we die in januari van dit jaar presenteerden. Is je straat wij? Is de politiek nog wij? De democratie? Nederland in zijn geheel? Waar vinden we de gezamenlijkheid? Waar trekken we de cirkel om ons wij? Wat is de absolute basis waarop we het gedrag van anderen afrekenen? Belangrijke vragen. We praten er te weinig over.

Als je naar het nieuws kijkt, dan lijkt het soms alsof we in een samenloze leving aanbeland zijn. Iedereen, elk individu en elk bedrijf, volgt zijn individuele lijn. Vrijheid, noemen we dat. De beperkingen die de gezamenlijkheid oplevert geldt alleen voor de anderen. Jij moet respect voor mij hebben, maar ik moet vooral mijn gang kunnen gaan en gezamenlijke afspraken mogen mij niet afremmen. Het ik gaat boven het wij en in steeds meer wij willen of kunnen we onszelf niet herkennen. Mag het dan ook weg? Wat wil je behouden?

Die houding van een ik zonder veel wij heeft gevolgen. We zien dat steeds nadrukkelijker.

In Brazilië brandde een museum uit omdat er jarenlang bezuinigd werd op onderhoud en veiligheid. Vind jij dat normaal? Als we de discussie naar Nederland verleggen, hoeveel vind jij dan dat we van de gezamenlijke pot in cultuur en historie mogen investeren? Of mag van jou ook hier de boel affikken? Waar leg jij de benedengrens van jouw wij? Bij wegen? Bij de bieb? De politie? Het onderwijs, misschien?

Heineken, zo meldt de krant, maakt 2,2 miljard winst. Toch vindt de directie het vanzelfsprekend dat er 70 mensen ontslagen worden in Nederland. Zeventig mensen die een nieuwe baan moeten zoeken of een uitkering moeten aanvragen, die we met zijn allen weer moeten opbrengen – tenminste, iedereen die gewoon belasting betaalt in Nederland. Vind jij dat normaal, of vind je dat vast ergens in die 2 miljard een minuscuul potje zou moeten zijn om die 70 mensen intern een andere functie aan te bieden?

Welke bijdrage levert Heineken op dit moment aan onze samenleving en hoeveel voordeel trekt het uit diezelfde samenleving, de infrastructuur, zijn historische basis, mede opgebouwd door die werknemers? Mogen we Heineken daarop aanspreken, of vind je van niet?

Hoe normaal vind jij het dat bij de ING aandeelhouderswaarde voorrang kreeg op maatschappelijke verantwoordelijkheid en dat men crimineel geld lustig door de bank laat stromen (ING maakt 2,6 miljard winst)? Het gaat verder dan alleen de fraude zelf en de afkoop daarvan. De vraag gaat dieper: wie is wij, voor ING, voor Heineken, voor het land Brazilië? Voor jou?

Totale vrijheid bestaat niet. We staan allemaal op de schouders van degenen die generaties eerder voor ons gebouwd hebben aan democratie, infrastructuur, levenszekerheden en groeikansen. Al die dingen die in de loop der eeuwen opgebouwd zijn lijken vanzelfsprekendheden, maar ze staan wel degelijk onder grote druk. We willen ze eigenlijk niet meer zien, als ze onze individuele groeicurve dreigen af te remmen.

Het is hoog tijd om met elkaar te spreken over wat alle opgebouwde kaders nog voor zeggingskracht hebben. Gaan we voor de samenloze leving, waarin we steeds meer afbreken en steeds minder delen, of zijn we bereid om na te denken over de meest wezenlijke vraag van de komende jaren: wie is wij?

Wat vind jij? Tom Kniesmeijer, toekomstpsycholoog

hokjesdrift versus vrij denken

Twee artikelen las ik vandaag over jongeren. In het negatieve (uit de Volkskrant) vertelt een arts over het stijgende aantal studenten met psychische problemen. Ze kunnen alle stimuli, verwachtingen en druk niet meer aan en zakken weg. Bovendien zijn ze niet meer gewend aan omgaan met teleurstellingen. Ze voelen zich vastgezet in een hok en ontsnappen via drank, drugs, games – of een depressie.

In het optimistische artikel uit Vrij Nederland schrijft een docent op de middelbare school over zijn klas die in opstand komt tegen stereotypen binnen de school en het hokjesdenken de rug toe keert. Ze weten hun protest heel precies te verwoorden. Echte vrije denkers, daar. Ze pakken direct door als er sprake is van teleurstelling. Er gaat van alles niet goed, in het onderwijs, in de samenleving. Maar als ik de leerlingen van Martijn Simons zo hoor, dan hebben we een gerede kans dat het goed komt. Geef ze de ruimte, zou ik zeggen. Misschien dat ze dan, eenmaal op de universiteit, niet langer vastlopen in systemen, verwachtingen, hokjes.

Wat zetten de leerlingen van Aristeia, een school in Amsterdam, daar tegenover?