Het grootste probleem van Nederland

Vraag mensen wat het grootste probleem van Nederland is. Vraag vervolgens waar ze zelf mee zitten. Je hoort twee compleet verschillende verhalen. Dat is vreemd. Die individuele bekommernis wordt namelijk door iedereen herkend – en gedeeld. We hebben een collectief probleem maar benoemen het niet. Ik maak mij daar zorgen over.

Het is al een paar jaar een vast onderdeel van mijn trendpresentatie. De voorbeelden zijn er alleen maar pregnanter op geworden. Systeempijn. Ik schreef er een opinieartikel over, dat je hier kunt lezen.

Tom Kniesmeijer, Trendwatcher, toekomstpsycholoog, trends, strategie, lezingen en workshops.

Wat is het grootste probleem in Nederland?

Wat is het grootste probleem waar we in Nederland mee te maken hebben?

Vluchtelingen? Terrorisme dan? Veiligheid in het algemeen? Welnee. Ik kom nooit iemand tegen die ’s nachts wakker ligt van het aantal asielzoekers. Jij wel? Na een beetje doorvragen hoor ik steevast  een heel ander probleem. Ze noemen het allemaal anders, maar allemaal bedoelen ze hetzelfde: SYSTEEMPIJN. De frustratie die mensen voelen wanneer ze betekenisloze taken moeten uitvoeren omdat efficiency boven kwaliteit gaat. Meten boven weten. Dat ze geen enkele keuzevrijheid in hun werk overhouden omdat ze een algemeen protocol moeten volgen. Dat ze niet gehoord worden wanneer ze aangeven dat er dingen fout lopen. En als mens niet meer gezien worden. Dáár liggen mensen wakker van. Steeds meer, steeds vaker.

Het is ondertussen het grootste probleem waar we in Nederland mee te maken hebben. Systeempijn maakt mensen ziek. Ik schrik iedere keer weer van de vloed aan pregnante voorbeelden die ik hoor tijdens een workshop. Goed dus dat NRC een serie maakt over burn-out.

De slapeloosheid, de stress en de uiteindelijke burn-out wordt op kantoor veroorzaakt. De werkplek. “Waar alles steeds goedkoper, sneller en efficiënter moet. Waar je „altijd beschikbaar moet zijn en continu beoordeeld wordt”, schrijft een 26-jarige co-assistent die al negen maanden thuiszit. „Mijn eindeloze enthousiasme, gebrek aan inspraak en invloed op de taken en roostering, steeds wisselende stage-omgevingen en de continue prestatiedruk hebben me genekt.” Het citaat komt uit NRC van afgelopen zaterdag. Je leest het hele artikel hier.

Er zou nog veel meer over geschreven moeten worden. Iedere dag. Totdat het bovenaan de politieke agenda is gekomen. UPDATE 29/9: NRC beschrijft opnieuw een schrijnend geval van systeempijn, in de jeugdzorg.

Wilhelmus als Weervaantje

De commentaren waren behoorlijk cynisch. Ergens in het conceptregeerakkoord is opgenomen dat leerlingen zich moeten gaan verdiepen in het Wilhelmus. Ook ik moest even lachen. Is het een absurd idee? Welnee. Ik herken de bezorgdheid. Het gaat niet goed met onze samenleving. Het is voorstelbaar dat politici zoeken naar ankerpunten in de geschiedenis, iets van gemeenschappelijkheid. Terug kijken kan helpen om vooruit te zien. De vraag is alleen of burgerbetrokkenheid opbloeit door liedkennis. Het cynisme komt natuurlijk daar vandaan: het neigt alweer zo snel naar symboolpolitiek, het aanraken van een kwestie zonder tot de kern van het probleem door te dringen. Er is meer nodig dan een dingetje om ons weg te krijgen van een samenloze leving.

Ik herken het ook bij bedrijven. Ook zij willen meestal graag een maatschappelijke bijdrage leveren. Maar dan. Dan komt het in een comité terecht, een werkgroep vol goede, maar helaas niet eensluidende bedoelingen, die ook nog eens afhankelijk zijn van besturen die graag eerst pas op de plaats maken en eens goed naar de concurrentie kijken. Het gevolg: een symbolische actie.

Gedrag is pas overtuigend wanneer het vanuit een oprecht beleefde kern komt. In plaats van allemaal hardop Het Wilhelmus te zingen, zouden we eens goed naar elkaar moeten luisteren, als we het hebben over ‘Wat betekent het voor jou om een Nederlander te zijn?’ Om misschien daar achteraan deze vraag te stellen: ‘Vanuit die betekenis, wat wil jij, als Nederlander, bijdragen om dit gezamenlijke, een van de beste samenlevingen wereldwijd, te versterken?’

Misschien moeten de partijen deze discussie eens in de Tweede Kamer voeren. Wat vinden al die partijen nu van onze samenloze leving? Welke stap zouden zij zelf willen zetten om bijvoorbeeld het samenleven binnen hun eigen wereld, de politiek, te ondersteunen? Het goede voorbeeld geven klinkt al snel flauw, maar een kleine stap zetten die echt vanuit jezelf komt kan veel in gang zetten.

Dat geldt dus ook voor jou en je bedrijf. Niet lachen. Zelf een stapje zetten. En daarvan genieten.

Transseksuele zomer

De Seizoenen van de Tijdgeest in werking. Zo komt een veranderingsgolf op sterkte. Eerst breken de eerste durfals door de taboes en het stilzwijgen heen. Dat bekomt ze niet altijd goed, vanwege de  neiging van een behoorlijk deel der mensen om agressief te reageren op onzekerheid. Noem het lente. Ze kunnen niet anders meer dan zich uitspreken, het tijd om het hoofd boven het maaiveld uit te steken. Langzaam ontstaat er vervolgens media-interesse. En komen er steeds meer in beeld. De afgelopen jaren verschenen ze overal in tijdschriften en uiteindelijk werden er zelfs verschillende televisieprogramma’s aan gewijd. NRC zet de emancipatieslag nog even op een rijtje. Transseksuelen, queers en interseksuelen. Ze hebben de tijdgeest mee. Die is omgeslagen richting zomer, een periode van implementatie, waarin allerlei nieuwe perspectieven oude werkelijkheden enthousiast vervangen  – kijk naar hoe de NS en de gemeente Amsterdam besluiten om voortaan genderneutraal taalgebruik in te zetten. We gaan er de komende jaren nog meer van horen. Je kunt eindeloos discussiëren over hoe ver je sommige maatregelen vindt gaan, mij lijkt dat overbodig. Niemand hoeft iets in te leveren. Er is niets mis met een beetje begrip, beleefdheid en zelfs aardigheid richting minderheden. Zeker in een land als Nederland, dat uiteindelijk vooral ook uit een collectie minderheden bestaat. Daarover later meer. Voorlopig besluit ik passend: It’s the Zeitgeist, stupid!

Meer weten over de tijdgeest en de seizoenen? Kijk hier, of koop het boek. Het is óók te koop bij een site die net zo goed werkt als Bol, maar wel een deel van de opbrengst aan een goed doel schenkt: YouBeDo.

Fleur van Harmelen schreef een blog over haar persoonlijke ervaringen met het onderwerp.

Zorghart en Stuurhoofd

Goed dat de Volkskrant dit weekend ruim aandacht gaf aan de manager in de zorg. Ze staan ondertussen voor het grote kwaad – en in sommige gevallen was dat terecht. Maar de zorg is een paar jaar geleden al aan een stille revolutie begonnen. Ik zie dat in de praktijk, bij klanten. De buitenwereld klaagt nog over ‘al die managers’, maar je moet ze ondertussen met een lantaarntje zoeken. “We zijn natuurlijk zo lean als de neten”, meldt middlemanager Hanny Veenhuis. Ze stuurt in haar eentje 2000 (!) zorgverleners aan. Alle complimenten voor Hanny en de ook in het artikel voorkomende Gaby. Zij stelt: “De verzorging wil ondersteuning en mijn taak als manager is om naar ze te luisteren. Zo simpel is het.” Ja. In de praktijk blijkt de revolutie richting zelfsturende teams weerbarstig. Het is hard werken voor de paar overblijvende middlemanagers, die de losse eindjes bij elkaar proberen te houden. Vaak vraag ik het directies: “En? Hebben jullie die teams gevraagd waar en wat ze zelf willen sturen?” Verbaasde blikken zijn steevast mijn deel. Meestal blijkt de ‘professionele ruimte’ een strategie die top-down wordt uitgerold. Van boven af opgelegde zelfsturing: een stuurhoofd. Dat het een paradoxale veranderopdracht is, dat is nog niet overal doorgedrongen. Het gevolg: frustratie. “Het systeem is nergens veranderd, alleen moeten we het nu allemaal maar zelf uitzoeken.” Zelfsturing betekent soms jezelf laten sturen. En dat geldt voor elk niveau. Als vanzelfsprekend aannemen dat een organisatie zonder managers kan, kan even desastreus uitpakken als de aanname dat mensen niet effectief werken zonder sturing. Mensen maken de kwaliteit, vormen het Hart van de Zorg, laat ze dan zelf nadenken over hoe ze tot die kwaliteit kunnen komen – en waar ze zelf sturing prettig vinden. Iets om over na te denken, aan de hand van dit artikel.

De mens een narcist..?

“Eigendunk is mainstream”, zegt Jan Derksen in een interview met de Volkskrant. “Extreem individualisme rukt op.” Dat maakt mensen ondernemender, creatiever. Narcisme is niet voor niets een motor voor dadendrang. Derksen somt ook de negatieve kanten op: extreme arrogantie. Egocentrisme. Grootheidswaan. Gebrek aan empathie. Anderen als pion zien. Alleen bevestiging tolereren. Jan Derksen: “een kring die alleen maar bevestigt en kritiek mijdt, is het recept voor een ramp.” Het is nogal wat – en ik herken het, in mijn werk. Het botst, steeds harder. In de maatschappij en in de directiekamer. En tussen de directiekamer en de maatschappij.

Er komt nieuwe energie bij vrij, dat wel. Niet voor niets is ‘het individu als bouwsteen van de samenleving’ het centrale thema in mijn lezingen. We zitten in een overgangsfase. Het narcistische individu is nog een onzeker individu, dat zichzelf overschreeuwt, op zoek naar betekenis en bekrachtiging. Het schreeuwt om nieuwe kaders – de ruimte is te groot, de angst voor de eigen destructieve neigingen neemt toe. De aanvragen voor coaching stijgen mee – ook bij mij.

En daar komt een tweede grote ontwikkelingsgolf naar boven: de betekenisrevolutie. Steeds vaker zoekt de narcist hulp. Wil op zijn plaats gewezen worden. Vriendelijk, subtiel, met begrip voor zijn gevoeligheden. Het individu wil meer dan alleen zichzelf zijn (wat dan ook moge betekenen) – het wil een bouwsteen zijn binnen een groter bouwwerk. We denken meer vanuit onszelf, maar we beseffen ook eerder dat we niets zijn zonder de anderen. We hebben het andere in de anderen nodig om vooruit te komen. “Ikke ikke en de rest kan stikken, dat werkt niet meer.” Leve de betekeniseconomie. We gaan er veel over horen, de komende jaren. De realiteit mag op dit moment weerbarstig zijn, de onderliggende golven stemmen me optimistisch.

tom kniesmeijer tks toekomstpsychologie trends betekenis

Het individu versus het systeem

Hij is een hit op de sociale media: verpleegkundige Thijs Fransen. Logisch. Hij is niet alleen een sprekend voorbeeld van de tijdgeest, maar daarbij ook een held. De situatie: Een man, die bij hem in het ziekenhuis lag, wilde nog graag een laatste bezoek brengen aan zijn terminaal zieke vrouw in een hospice, maar zijn zorgverzekeraar wilde het ambulanceritje niet vergoeden.

Daar zie je direct het brandende thema van deze tijd in terug: het individu versus het systeem. En: de menselijke maat tegenover de kille efficiency. Systeempijn! Dat Thijs een held is, daar ben ik het mee eens: hij kiest voor zijn betekenis als mens, als professional, belt de zorgverzekeraar – en als die weigert te betalen voor de rit gaat hij naar zijn leidinggevende en zorgt er zo voor dat de man alsnog afscheid kan nemen van zijn vrouw. Denk je eens in dat dat niet gelukt was.. Thijs bewijst dat het individu de bouwsteen van de samenleving van de toekomst is (zie de TrendRede). Onze systemen moeten daar nog aan wennen.

Alleen wil ik niet alle blaam bij de zorgverzekeraar leggen. Daar werken vast ook individuen die het bericht in het AD met tranen in de ogen hebben gelezen. Zij zitten even vast in het eigen systeem als  de arme oude man, die de rit niet zelf kon betalen. Ze zijn alleen niet zo dapper om uit de interne verantwoordingscultuur te breken.

Daarom ook hebben we zo’n enorme behoefte aan mensen als Thijs. Ze tonen ons waar de openingen liggen. We kunnen daar vervolgens als samenleving iets aan doen. Niet door alle schuld bij  Zilveren Kruis te leggen, wel door ze kritisch te blijven bevragen. Is dit werkelijk de betekenis die jullie als organisatie willen hebben binnen de samenleving? We zoeken naar een nieuwe menselijke maat in de zorg. De Thijsen van deze wereld laten ons zien hoe die eruit kan zien.

Zachte leider, harde resultaten

Een mooi interview met CEO Wouter Torfs, van het Belgische schoenenlabel Torfs, in de Knack. “Wat is er mis met wat zachtheid in het bedrijfsleven te brengen?” Een goede vraag. Niks. Zeker niet wanneer je, zoals hij, het bedrijfsresultaat er mee verdertienvoudigt. Waarom de harde CEO uithangen als jezelf zijn meer oplevert? Het is een vraag waarover veel bedrijven nadenken. Soms vanuit interne overwegingen, soms omdat consumenten erom vragen. Onderzoek geeft het al aan: bedrijven die denken in zingeving en hun rol binnen de samenleving groeien harder – en meer continu. Wat is jouw betekenis binnen het grotere geheel? Denk je er wel eens over na? Zingevingsfitness, dat zouden meer organisaties moeten doen.

 

Over de muur

Consumenten verwachten steeds meer van merken en de bedrijven daarachter. Ook als organisatie ben je onderdeel van het grotere geheel. Ben je een belangrijke factor binnen de samenleving. Ik schreef al eens over de toenemende weerzin tegen bedrijven als Starbucks, die wel winst ophalen uit landen, maar belastingen op grote schaal ontduiken, zodat ze nergens echt bijdragen aan een samen-leving. Aan de positieve kant blijken bedrijven die zich maatschappelijk verankeren sneller en meer continue te groeien dan bedrijven die dat niet doen. De tijdgeest vraagt om betrokkenheid. De consument wil durven vertrouwen op organisaties en is juist daarom kritisch. Hij zoekt naar werkelijke betekenis, vanuit product én verbinding met de maatschappij. De Superbowl van 2017 maakt nog eens stevig duidelijk dat veel bedrijven dat ondertussen wel snappen. Ze kijken voorbij de muren van het eigen bedrijf – naar de wereld – en vertellen wat ze zien. Dat noemen we identiteit. Er waren nogal wat merken die zich uitspraken. Audi over vrouwenrechten, Budweiser over immigratie, net als het voorbeeld hieronder, dat wel het meest scherp op de actualiteit zat: 84Lumber, een bouwbedrijf. Mooi. Klik op het screenshot en zie de volledige film.

Ook leuk: zelf deze post schrijven en dan dit artikel in The Guardian lezen.